Een ambtenaar raakte in conflict met haar teamleider. Ze meldde zich ziek en na haar laatste ziekmelding volgden mediationgesprekken. Korte tijd na haar hersteldmelding op 12 mei 2016, concludeerde de universiteit dat sprake was van een onherstelbaar verstoorde arbeidsrelatie en ging over tot ontslag op deze grond. De Raad hield het ontslag in stand. Daarbij overwoog deze dat ontslag op deze – redelijke -grond mogelijk is als voortzetting van het dienstverband redelijkerwijs niet van het bestuursorgaan kan worden verlangd, omdat sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie en/of een impasse die een verdere vruchtbare samenwerking in de weg staat. De Raad benadrukte voorts dat ten tijde van het ontslagbesluit duidelijk moet zijn dat herplaatsing binnen de organisatie niet mogelijk is of van verdere inspanningen daartoe geen resultaat te verwachten is. Het verzoek om compensatie bovenop de uitkering werd afgewezen. Beide partijen hadden een gelijk aandeel in het ontstaan van het conflict.
Vindplaats: CRvB: 28 juni 2018, ECLI: NL:CRvB 2018:1928
Bron: LeoWolfer/shutterstock.com