In de wet (artikel 7:668 lid 1 BW) is bepaald dat de werkgever de werknemer uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt, schriftelijk dient te informeren:
a. over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst; en
b. bij voortzetting, over de voorwaarden waaronder hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten.
Mijn werkgever is tevreden over mijn functioneren en heeft mij medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zal worden voortgezet. Nu het Corona-virus evenwel is uitgebroken, komt hij op de aanzegging tot verlenging van het dienstverband terug. Mag dat?
Een arbeidsovereenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding. Uit de wet vloeit voort dat indien de werkgever aangeeft dat hij het dienstverband wenst voort te zetten, dan ook aangeeft onder welke voorwaarden hij dit wenst voort te zetten. Daarmee is sprake van een aanbod. Indien de werknemer dit aanvaardt, komt een voortgezette arbeidsovereenkomst tot stand. In het geval evenwel door werkgever een termijn voor de aanvaarding van het aanbod is gesteld en die termijn ongebruikt is verstreken, is geen voortgezette arbeidsovereenkomst tot stand gekomen. Ook indien geen termijn voor aanvaarding van het aanbod is gesteld, kan het aanbod door werkgever worden ingetrokken voordat werknemer dit heeft aanvaard. De werkgever kan hiertoe om hem moverende redenen over gaan. Het uitbreken van het Corona-virus kan als zo’n omstandigheid hiervoor worden gezien.
Indien de werkgever het aanbod intrekt, heeft dit tot gevolg dat hij alsnog de aanzegvergoeding aan werknemer verschuldigd is (zie artikel 7:668 lid 3 BW).