Een dwangsom is een (executie) middel waarmee de nakoming van de hoofdveroordeling in veel gevallen met succes kan worden afgedwongen. Overtreding van het verbod waarvoor de dwangsom werd opgelegd, betekent niet in alle gevallen dat daarmee de dwangsom is verbeurd. In het geval de overtreder door overmacht niet aan de veroordeling kan voldoen, kan hij bij de rechter die de dwangsom heeft opgelegd opheffing, vermindering of opschorting van de dwangsom vorderen. Voorts kan hij in een executie kort geding schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis waarbij de dwangsom werd opgelegd, vorderen. Die mogelijkheid bestaat indien sprake is van een juridische of feitelijke misslag in dat vonnis.Blijkens de rechtspraak is die situatie vrij uitzonderlijk. Let wel, indien de veroordeelde in de onmogelijkheid verkeert om aan de veroordeling te voldoen, is hij in beginsel bij de voorzieningenrechter in het executie kort geding aan het verkeerde adres. Zie in dit verband Voorzieningenrechter Rechtbank Gelderland, 14 april 2016, ECLI: NL:RBGEL:2016:2970.