Een werknemer wil overstappen naar een concurrent. De werkgever zegt: “Mag niet,
concurrentiebeding.” Maar als je pas toestemming geeft nádat de dagvaarding is
uitgebracht, ben je simpelweg te laat. Dat vond ook de rechter.
In deze zaak kreeg de werknemer gelijk: het concurrentiebeding werd geschorst. Hij mocht
gewoon aan de slag bij zijn nieuwe werkgever. Ook het relatiebeding werd teruggefloten. Te
breed, te vaag, en daardoor onwerkbaar. De rechter beperkte het tot klanten waarmee de
werkgever de afgelopen twee jaar écht zaken had gedaan.
De werknemer claimde ook een hoger loon, maar dat kon in kort geding niet worden
vastgesteld. Wel kreeg hij achterstallig loon op basis van het cao-loon én een vergoeding
van € 3.800 bruto voor de periode waarin hij werd belemmerd door het beding.
Wat leren we hiervan? Een concurrentie- of relatiebeding is geen keurslijf. Als het belang
van de werknemer zwaarder weegt, grijpt de rechter in. En dat gebeurt sneller dan je denkt.
Vindplaats: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 27 mei 2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:3596