Geen bewijs, geen ontslag: rechter houdt DAF tegen

Terug naar overzicht

In een opvallende uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant kreeg DAF Trucks nul op het
rekest. Het bedrijf wilde een werknemer ontslaan vanwege vermeende betrokkenheid bij de
verduistering van dure vrachtwagenonderdelen. De rechter was helder: een vermoeden is
geen bewijs.

De werknemer, al 28 jaar in dienst, reed op verzoek van zijn leidinggevende een logistieke
trein. Later bleek dat op die dag verstuivers – onderdelen van ruim €1.000 per stuk – waren
verdwenen. DAF vond dat de werknemer had moeten melden dat er “iets niet klopte”. Maar
volgens de rechter was er geen sprake van concrete wetenschap of plichtsverzuim.
Wat speelde mee? De compliance-regels van DAF waren slecht gecommuniceerd.

Toolboxmeetings bleken een formaliteit zonder uitleg, en de werknemer had geen toegang
tot de juiste informatie. Bovendien heerste er een hiërarchische cultuur waarin het lastig
was om leidinggevenden aan te spreken.

De kantonrechter oordeelde dat het verwijtbaar handelen niet ernstig genoeg was voor
ontslag. Ook van een duurzaam verstoorde arbeidsrelatie was geen sprake. DAF werd
veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Robin Kötter zegt:
“Een vermoeden is geen grond voor ontslag. Werkgevers moeten hun interne regels niet
alleen op papier hebben, maar ook actief uitdragen. En werknemers verdienen bescherming
tegen overhaaste conclusies.”

Vindplaats: Rechtbank Oost-Brabant, 5 juni 2025, ECLI:NL:RBOBR:2025:3346