Cameratoezicht op de werkvloer.

Terug naar overzicht

De omstandigheden spelen een rol.

In ontslagkwesties speelt, met name in geval van een ontslag op staande voet, met enige regelmaat de vraag of middels cameratoezicht verkregen bewijs rechtmatig is.

Een werknemer trad op 15 april 2017 in dienst van een werkgever die zich bezighoudt met laad-, los- en overslagwerkzaamheden in de haven van Rotterdam. Op 2 mei 2017 overkwam hem een ongeval waardoor hij zijn rechterenkel heeft gebroken. Op 10 december 2018 volgde een tweede arbeidsongeval. Tijdens het werk werd hij in zijn nek geraakt, als gevolg waarvan hij voorover viel. Na dit laatste ongeval meldde werknemer zich ziek. Werkgever nodigde vervolgens werknemer uit om samen een plan van aanpak op te stellen naar aanleiding van de probleemanalyse van de bedrijfsarts. Werknemer antwoordde daarop dat hij geen vervoer had om te komen, psychische klachten had en zelf (nog) niet in staat was om auto te rijden. Voorts gaf hij aan een gesprek over zijn re-integratie niet aan te kunnen.

Werkgever schakelde daarop een recherchebureau in. Middels camera surveillances werd vastgesteld dat werknemer ondanks de door hem geuite klachten, o.a. nogal actief was in de sportschool en zelfstandig kon autorijden.  Na geconfronteerd te zijn met deze bevindingen, werd werknemer op staande voet ontslagen. De bedrijfsarts kwam op basis van de filmpjes van het recherchebureau tot de conclusie dat werknemer zeker kon worden ingezet voor alle werkzaamheden binnen het bedrijf van werkgever.

Het gerechtshof oordeelde in hoger beroep dat het onderzoek noodzakelijk was om de waarheid aan het licht te krijgen. Aan de andere kant vond het hof de stelselmatige  observatie gedurende een maand een te zwaar middel. Het hof oordeelde daarom de camera surveillance onrechtmatig, maar sloot het daardoor verkregen bewijs niet uit. Voor de onderzoekskosten kon werkgever zelf opdraaien (€ 12.999,93).

Gerechtshof Den Haag, 31 maart 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:571

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2020:571