Voortzetting overtreding concurrentiebeding na vonnis voorzieningenrechter.

Terug naar overzicht

Een ondernemer verkocht zijn bedrijf en trad vervolgens in dienst van de koper. De arbeidsovereenkomst bevatte een concurrentiebeding, relatiebeding en een geheimhoudingsbeding. Tijdens het bestaan van de arbeidsovereenkomst heeft werknemer een eigen concurrerend bedrijf opgericht. De kantonrechter veroordeelde hem tot betaling van een bedrag van € 389.000,– aan verbeurde boetes in verband met overtreding van het concurrentiebeding, relatiebeding en het geheimhoudingsbeding. De kantonrechter oordeelde dat met de matigingsbevoegdheid terughoudend moest worden omgegaan en zag geen aanleiding tot matiging. Daarbij  werd zwaar gewogen dat werknemer bewust een concurrerend bedrijf was gestart,  relaties van zijn werkgever had benaderd en het vonnis van de voorzieningenrechter in de wind had geslagen. Het gerechtshof zag evenmin aanleiding tot matiging. Het hof oordeelde dat de door werknemer aangevoerde persoonlijke omstandigheden niet waren onderbouwd en deze evenmin reden zijn voor matiging. Indien werknemer zich aan de veroordeling van de voorzieningenrechter had gehouden, zou het boetebedrag ongeveer €250.000,– lager zijn uitgevallen.

ECLI: NL:GHARL:2020:122

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2020:122