Gerechtshof oordeelt ontslag op staande voet in appèl toch rechtsgeldig. Geen recht op loon.

Terug naar overzicht

Werknemer werd op staande voet ontslagen wegens het verduisteren van boeken. De kantonrechter vernietigde dit ontslag, omdat werkgever  het bewijs voor de dringende reden niet had geleverd. Werknemer werd vervolgens niet tot het werk toegelaten. Het Gerechtshof oordeelde werkgever alsnog wel geslaagd in het bewijs van de dringende reden en het ontslag rechtsgeldig.

Het hof achtte in dit geval geen situatie als bedoeld in artikel 7:628 lid 1 BW aanwezig waarin de werknemer de arbeid niet heeft verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van werkgever behoort te komen. Het hof wees daarom de loonvordering over de periode vanaf het ontslag op staande voet tot de einddatum dienstverband (ruim anderhalf jaar) volledig af. De Hoge Raad liet dit oordeel in stand en wees voorts op de mogelijkheid van loonmatiging (art. 7:680a BW) of ontzegging van loon (art. 6:248 lid 2 BW).

Vindplaats: HR 13 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1209

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2018:1209