Een zware bewijsopdracht na herhaaldelijk vervalsen van handtekeningen

Terug naar overzicht

Een 92 jarige man verleende in 2016 bij notariële akte een algemene volmacht aan zijn huisvriendin. In de eerste helft van 2017 boekte mevrouw van de spaarrekening van de man bijna € 200.000,– naar zijn lopende rekening over. Dit bedrag werd vervolgens ook uitgegeven. De Rechtbank Limburg gelaste een deskundigenonderzoek. De deskundige constateerde dat de handtekeningen op 19 overschrijvingsformulieren niet door de man waren gezet. De rechtbank concludeerde dat niemand anders dan de huisvriendin de handtekeningen kon hebben gezet en daarmee dat mevrouw de handtekeningen van de man heeft vervalst. Ten gevolge van deze vervalsingen belastte de rechtbank mevrouw met het bewijs dat de opgenomen gelden ten goede zijn gekomen aan de man en/of met zijn goedvinden zijn opgenomen en besteed. Bedragen die betrekking hebben op normale boodschappen worden volgens de rechtbank geacht onder de verleende volmacht te vallen. Van een enorme waslijst aan opnames nam de rechtbank evenwel aan dat zij niet zonder meer verklaarbaar waren. De bewijsopdracht had daarop betrekking.

ECLI:NL:RBLIM:2019:2584

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBLIM:2019:2584