Een werknemer was al ruim tweeëndertig jaar werkzaam als intern bedrijfspsycholoog. Tijdens een beoordelingsgesprek in september 2016 werd hem door zijn werkgever medegedeeld dat deze zeer ontevreden was over zijn prestaties. Nadat werkgever tot de conclusie was gekomen dat de gewenste verbetering in de houding en het functioneren was uitgebleven, verzocht deze de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens disfunctioneren en een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter heeft dit verzoek ingewilligd. Werknemer is tegen dit oordeel in beroep gegaan. Volgens het hof was hier geen sprake van een voldragen d-grond (disfunctioneren). Wel was het hof van oordeel dat de arbeidsovereenkomst was verstoord. Het hof oordeelde dat werkgever ernstig verwijtbaar had gehandeld door ten onrechte de beëindiging van het dienstverband na te streven wegens het gestelde disfunctioneren. Het hof zag daarin aanleiding om werknemer een billijke vergoeding toe te kennen van
€ 70.000,00 bruto.
Vindplaats: Gerechtshof Amsterdam 12 juni 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:1949.