Een werknemer liep brandwonden op bij een bedrijfsongeval. Hij meldde zich daarop ziek in verband met psychische klachten ten gevolge van ditzelfde bedrijfsongeval. Werkgever riep hem op voor een gesprek om tot een oplossing voor de gestagneerde re-integratie te komen. Werknemer weigerde dit gesprek. Daarop kondigde werkgever een loonstop aan. Uiteindelijk verschijnt werkgever wel op een gesprek en er worden afspraken gemaakt voor mediation. Maar werknemer verschijnt niet bij de mediator. In een later stadium verschijnt hij alsnog bij de mediator. De loonsanctie duurde ondertussen voort. De kantonrechter wees het door werkgever ingediende ontbindingsverzoek op grond van verwijtbaar handelen, dan wel een verstoorde arbeidsrelatie af. Ook oordeelde de kantonrechter dat de loonsancties van werkgever onterecht waren. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch zag dit anders. Het hof maakte in zijn oordeel een splitsing tussen de periode dat werknemer ondanks diverse pogingen van werkgever niet aan mediation meewerkte en de periode waarin werknemer daaraan wel zijn medewerking gaf. Vanaf die datum was het loon weer verschuldigd.
ECLI:NL:GHSHE:2020:372
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHSHE:2020:372