Wanneer gaat de termijn voor ontbinding van een vaststellingsovereenkomst in?

Terug naar overzicht

Een werknemer heeft de mogelijkheid om een beëindigingsovereenkomst waarmee er een einde aan zijn dienstverband zal komen, zonder opgave van reden, te ontbinden. Dat kan volgens de wet binnen twee weken na de datum waarop de beëindigingsovereenkomst is tot stand gekomen. Voor het tot stand komen van de beëindigingsovereenkomst is niet vereist dat partijen deze overeenkomst ondertekenen. Op 20 december 2018 stuurde een werkgever een concept vaststellingsovereenkomst naar werknemer. In die vaststellingsovereenkomst was  opgenomen dat werknemer de overeenkomst binnen veertien dagen na ondertekening kon ontbinden. De werknemer ging nog diezelfde dag met deze overeenkomst akkoord. Ondertekening van de overeenkomst volgde echter eerst omstreeks 26 december 2018. Op 7 januari 2019 ging werknemer tot ontbinding van de vaststellingsovereenkomst over. Dus ruim twee weken na de totstandkoming van de beëindigingsovereenkomst. De rechter constateerde dat de vaststellingsovereenkomst op dit punt afweek van de wet. Volgens de rechter is het afspreken van een ruimere termijn voor ontbinding  evenwel toegestaan. Kortom, ontbinding op tijd ingeroepen.

ECLI:NL:RBROT:2019:4983

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2019:4983

Bron: Michael Nivelet/shutterstock.com