Op 26 september 2025 heeft de Hoge Raad een baanbrekende uitspraak
gedaan over het studiekostenbeding in arbeidscontracten. De zaak draaide om
een advocaat-stagiair die verplicht werd tot terugbetaling van studiekosten bij
voortijdig vertrek. Hij verweerde zich met een beroep op artikel 7:611a BW en de
EU-richtlijn transparante arbeidsvoorwaarden.
Wat zegt de Hoge Raad?
Verplichte scholing – zoals opleidingen die nodig zijn om een functie uit te
oefenen of wettelijk vereist zijn – moet kosteloos worden aangeboden. Een
studiekostenbeding dat hierop betrekking heeft, is nietig. Alleen voor niet-
verplichte opleidingen mag een terugbetalingsregeling worden opgenomen, mits
deze duidelijk en redelijk is.
Waarom is dit belangrijk?
Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor werkgevers die standaard
studiekostenbedingen hanteren. Het dwingt tot herziening van contracten en
opleidingsbeleid. Werknemers krijgen meer rechtszekerheid: verplichte scholing
mag nooit leiden tot financiële terugbetaling.
Tips voor de praktijk:
Werknemers: Laat je studiekostenbeding juridisch toetsen. Je hoeft mogelijk niets terug te betalen. Deze uitspraak onderstreept het belang van transparantie, goed werkgeverschap en naleving van Europese regelgeving. Een must-read voor HR-professionals, juristen en werknemers.
Bronvermelding:
Hoge Raad 26 september 2025, ECLI:NL:HR:2025:1386. Te raadplegen via
www.rechtspraak.nl.