De arbeidsovereenkomst met een goed functionerende werknemer raakte op dood spoor. Nadat een toegezegde salarisverhoging niet werd verkregen en een aangeboden incentiveregeling niet werd uitbetaald, maakte werknemer al snel aan werkgever de wens kenbaar om over te stappen naar een concurrent. Daarbij gaf hij aan dat hij afspraken wilde maken over het concurrentiebeding- en relatiebeding. Werkgever paste daarop oneigenlijke maatregelen toe. Na een gesprek werd werknemer op non-actief gesteld. Zijn telefoon en laptop moest hij inleveren en zijn e-mailaccountant en tankpas werden geblokkeerd. Voorts werd verzocht om de leaseauto in te leveren. Toen werknemer aan dit verzoek niet voldeed, volgde aangifte van verduistering. Kort daarop werd werknemer aangehouden, omdat de auto als gestolen was geregistreerd. De kantonrechter kwam tot de conclusie dat werkgever de arbeidsrelatie ernstig verwijtbaar had verstoord. Dit was aanleiding om het concurrentiebeding vooruitlopend op een door werknemer aangekondigd ontbindingsverzoek en een mogelijke toepassing van artikel 7:653 leden 3 en 4 BW te schorsen. Rechtbank Oost- Brabant 9 augustus 2019, zaaknummer:7911328/CV EXPL 19-6641