Een val van een keukentrapje of bijvoorbeeld een glijpartij in de badkamer. Uit de rechtspraak volgt dat een werkgever in veel gevallen voor dit soort ongevallen niet aansprakelijk is. Vaak wordt aangenomen dat schade ten gevolge van deze ongevallen in de risicosfeer van de werknemer valt.
De zorgplicht van de werkgever om te beschermen tegen ongevallen is dus niet onbegrensd. Zo hoefde volgens de Hoge Raad een werkgever niet te waarschuwen voor het gevaar van het snijden van puntjes met een nieuw (of geslepen) broodmes. Werkneemster raakte hierbij een zenuw van haar linkerwijsvinger waarvoor zij nog diezelfde dag werd geopereerd. Na deze operatie raakte zij arbeidsongeschikt.
De Hoge Raad oordeelde dat werkgever voor de door werkneemster geleden en nog te lijden schade niet aansprakelijk was, omdat met artikel 7:658 lid 1 BW niet is beoogd om een absolute waarborg te scheppen voor bescherming tegen gevaar. Volgens de Hoge Raad is het een feit van algemene bekendheid dat een mes om broodjes mee te snijden scherp is en dat hierdoor letsel kan ontstaan. In gelijke zin oordeelde recentelijk de Kantonrechter Rotterdam in een zaak waarbij een werknemer van werkgever schadevergoeding had gevorderd na een valpartij in een doucheruimte aan boord van een schip, na het douchen voor aanvang van zijn werkzaamheden als kapitein. Hij raakte door deze valpartij arbeidsongeschikt. Deze arbeidsongeschiktheid duurde voort tot het einde van zijn dienstverband. Het uitglijden in de doucheruimte werd door de kantonrechter als een algemeen bekend risico, verbonden aan het lopen met blote voeten over een natte ondergrond aangemerkt.
Voorts mag volgens de kantonrechter in dit soort situaties die een beperkt risico inhouden een minimale voorzichtigheid van werknemer worden verlangd. Werkgever was dan ook niet in zijn zorgplicht tekortgeschoten.
Hoge Raad 4 oktober 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE4090
Rechtbank Rotterdam 20 augustus 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:8737