Financieringsvoorbehoud niet rechtsgeldig ingeroepen.
Partijen sloten in maart 2017 een koopovereenkomst voor een woning voor een koopsom van € 252.500,00. Voor de overeenkomst werd gebruikgemaakt van het NVM-model. In de overeenkomst was een financieringsvoorbehoud als ontbindende voorwaarde opgenomen. Uit hoofde van deze ontbindende voorwaarde rustte op de koper een inspanningsverplichting om de financiering te verkrijgen. Koper deed een beroep op deze ontbindende voorwaarde, maar dit slaagde niet. Koper had op geen enkele wijze- onder overlegging van documentatie- onderbouwd dat hij de financiering niet rond kon krijgen. Evenmin kon hij aantonen dat hij daartoe inspanningen had verricht. Verkoper maakte dan ook volgens het gerechtshof terecht aanspraak op de contractuele boete, zijnde 10% van de koopsom (€ 25.250,–). Voorts zag het gerechtshof geen aanleiding om de contractuele boete te matigen. De stelling van koper dat verkoper aanzienlijk minder schade zou hebben geleden dan het boetebedrag, was door verkoper gemotiveerd betwist. Voorts oordeelde het gerechtshof het enkel uiteenlopen van schade en boete onvoldoende grond voor matiging van de boete.
ECLI: NL:GHARL:2019:10871
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2019:10871