en zorginstelling stelde een werkneemster voor de keuze om een verbetertraject te gaan volgen of ontslag nemen. In dit verband uitte werkgever ten onrechte de beschuldiging dat werkneemster gedurende een jaar een aantekening in het BIG-register zou hebben gehad. Na ziekmelding en non-actiefstelling heeft werkneemster een ontbindingsverzoek ingediend en verzocht om een billijke vergoeding wegens ernstig verwijtbaar handelen van werkgever. De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst en veroordeelde werkgever tot betaling van een billijke vergoeding van € 70.000,–. Het gerechtshof oordeelt eveneens dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van werkgever, maar veroordeelt werkgever tot betaling van een billijke vergoeding van € 25.000,–. Kennelijk heeft het hof daarbij meegewogen dat werkneemster kort na de beslissing van de kantonrechter ander werk had gevonden. De Hoge Raad oordeelde dat het hof niet hoefde te motiveren waarom het van het oordeel van de kantonrechter was afgeweken.
ECLI: NL:HR:2018:878
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2018:878