Naar schatting zijn maar liefst 3.1 miljoen werknemers in Nederland aan een concurrentiebeding gebonden. Een werknemer met een concurrentiebeding wordt aanzienlijk in het recht van vrije arbeidskeuze beperkt.
In veel gevallen heeft de werkgever geen belang bij een concurrentiebeding, omdat werknemer geen toegang heeft tot bedrijfsgevoelige informatie, geen specifi eke kennis heeft opgedaan waarmee een opvolgend werkgever ten nadele van werkgever kan worden bevoordeeld, of werknemer uit hoofde van zijn functie geen contact heeft met relaties.Veel werkgevers nemen dan ook een concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst op om personeel aan zich te binden. Daar is dit beding evenwel niet voor bedoeld.
Uit onderzoek dat recentelijk in opdracht van Minister Koolmees is uitgevoerd, blijkt dat in veel lidstaten van de EU de werkgever een concurrentiebeding alleen kan inroepen, indien werknemer daarvoor in financieel opzicht word gecompenseerd. In sommige lidstaten van de EU zijn concurrentiebedingen ook wettelijk in duur beperkt. In geval een concurrentiebeding is opgenomen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, geldt in Nederland sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid dat een concurrentiebeding alleen nog in de arbeidsovereenkomst kan worden opgenomen indien uit een schriftelijke motivering van de werkgever blijkt dat het concurrentiebeding vanwege een zwaarwichtig bedrijfsbelang noodzakelijk is.
In de praktijk wordt in veel gevallen door rechters geoordeeld dat dit zwaarwichtig belang onvoldoende in het concurrentiebeding is gemotiveerd. Vaak is het belang voor het beding te oppervlakkig en algemeen omschreven en wordt bij de motivering van het zwaarwichtig belang geen maatwerk geleverd. Op basis van het onderzoeksrapport is de verwachting dat het concurrentiebeding verder aan banden zal worden gelegd. De kans is groot dat in de toekomst ook in het geval een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zal worden opgenomen, net als bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, de eis zal gelden dat in het concurrentiebeding een zwaarwichtig bedrijfsbelang daarvoor wordt geformuleerd