De Tweede Kamer heeft op 5 februari 2019 met een nipte meerderheid ingestemd met het wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in balans (Wab). Het wetsontwerp ligt thans ter verdere beoordeling bij de Eerste Kamer.
De Wab introduceert ondermeer een cumulatiegrond voor het ontslagrecht, waardoor ontslag ook mogelijk wordt als sprake is van een optelsom van omstandigheden. Op dit moment bestaat die mogelijkheid in het ontslagrecht nog niet. De wet (artikel 7:669 lid 3 BW) noemt een achttal ontslaggronden waaraan per individuele ontslaggrond volledig dient te worden voldaan.
Het wetsvoorstel voorzag ook in de mogelijkheid om de proeftijd tot maximaal vijf maanden te verlengen. Om misbruik van proeftijdontslag te voorkomen, heeft de Tweede Kamer dit onderdeel uit het wetsvoorstel gehaald.
Ook het systeem van de transitievergoeding zal worden veranderd als het wetsvoorstel het haalt. Op dit moment is, uitzonderingen daargelaten, bij ontslag een transitievergoeding verschuldigd in het geval het dienstverband minimaal twee jaar heeft geduurd. Onder de Wab heeft een werknemer reeds vanaf zijn eerste werkdag recht op een transitievergoeding.
Met de Wab komt er ook een ruimere regeling voor opeenvolgende tijdelijke contracten. De Wab maakt het mogelijk om drie aansluitende contracten aan te bieden over een periode van drie jaar.
Voor oproepkrachten gaan andere regels gelden. De Wab schrijft voor dat een oproepkracht met een nul-urencontract of een min-max contract eerst verplicht is om te komen werken, indien deze daartoe minimaal vier dagen van tevoren wordt opgeroepen. Verder wordt de positie van payrollers versterkt. Ze zullen dezelfde status verkrijgen als eigen werknemers. Tot slot voorziet de wet in een verlaging van de WW-premie voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
De stand van zaken is nu als volgt. De Eerste Kamercommissie voor SZW houdt op 12 maart 2019 een deskundigenbijeenkomst over het wetsvoorstel. Het voorbereidend onderzoek door de commissie vindt plaats op 19 maart 2019. Als de Eerste Kamer ook instemt met het wetsvoorstel, zullen de wijzigingen naar verwachting per 1 januari 2020 ingaan.