En ambtenaar werd strafontslag verleend wegens plichtsverzuim. Na een mediationtraject werd een vaststellingsovereenkomst getekend. Op basis daarvan werd de ambtenaar ontslag verleend wegens ongeschiktheid voor de functie. Het tegen het ontslagbesluit ingediende bezwaar is vervolgens ingetrokken. Twee jaar later verzocht de ambtenaar na kennisgeving van verkregen gegevens aan het bestuursorgaan om de vaststellingsovereenkomst en het ontslagbesluit opnieuw te bezien. Het bestuursorgaan stelde dat geen sprake is geweest van dwaling bij de ondertekening van de vaststellingsovereenkomst. Bij beslissing op bezwaar van 11 mei 2017 heeft het bestuursorgaan overwogen dat aan de ambtenaar niet langer het plichtsverzuim ten laste wordt gelegd dat oorspronkelijk ten grondslag lag aan het strafontslag. Het bezwaar werd ongegrond verklaard. Ook de rechtbank en Centrale Raad wezen het beroep op dwaling af. Daaraan voegde de Raad toe dat de ambtenaar door het sluiten van de vaststellingsovereenkomst bewust voor heeft gekozen om zichzelf de mogelijkheid van toetsing van het ontslagbesluit door de bestuursrechter te ontnemen.
ECLI:NL:CRVB:2019:2973
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CRVB:2019:2973