Een op non-actiefstelling is een zware maatregel. Daartoe kan op grond van de eisen van goed werkgeverschap alleen worden overgegaan indien een werkgever daarvoor een zwaarwegende grond heeft. In een kwestie die begin februari van dit jaar door de Kantonrechter Amsterdam werd beoordeeld, is op heldere wijze gemotiveerd waarom het belang van werknemer tot werkhervatting in dat geval prevaleerde boven het belang van werkgever om werknemer in afwachting van de beslissing op het ontbindingsverzoek niet meer tot het werk toe te laten. Als grond voor de op non-actiefstelling voerde werkgever ondermeer aan dat werknemer zich intimiderend had gedragen jegens collega’s in het gesprek dat aanleiding was voor de op non-actiefstelling. De rechter constateerde evenwel dat niet van eerder soortgelijk gedrag van werknemer was gebleken. Een eerdere waarschuwing of een andere disciplinaire maatregel was evenmin komen vast te staan. De op non-actiefstelling was volgens de rechter dan ook vooral ingegeven door het door werkgever gewenste vertrek van werknemer.
ECLI:NL:RBAMS:2019:1471
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2019:1471
Bron: fewerton/shutterstock.com