Ontslag op staande voet dient onverwijld te worden gegeven.
In de rechtspraak is met regelmaat geoordeeld dat de werkgever de tijd moet krijgen om onderzoek te doen en advies in te winnen alvorens het zware middel van ontslag op staande voet toe te passen. Kortom, enig tijdsverloop is wel toegestaan, maar dit moet wel te rechtvaardigen zijn. Dat ontslag op staande voet op de onverwijldheidseis kan afketsen, blijkt uit een recente uitspraak van de Rechtbank Den Haag. Het incident dat tot het ontslag heeft geleid, ‘weigering opdracht’ (werkweigering) na aanspreken over gebruik mobiele telefoon, deed zich op 10 oktober 2019 voor. Het ontslag werd eerst bij brief van 16 oktober 2019 verleend, onder andere omdat werkgever pas in een laat stadium in de gelegenheid was een jurist te raadplegen. Deze omstandigheid kwam volgens de rechter voor risico van werkgever. Voorts constateerde de rechter dat niet was gebleken dat onderzoek naar het incident behoefde te worden gedaan. Het ontslag was daarmee niet rechtsgeldig gegeven.
ECLI: NL:RBDHA:2020:712
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:712