Onenigheid over nieuwe vakantieregeling leidt tot einde dienstverband

Terug naar overzicht

Tenzij anders is afgesproken wordt vakantie vastgesteld overeenkomstig de wens van werknemer (artikel 7:638 BW).

Een werkneemster kwam in aanvaring met haar werkgever over een vakantieregeling. Een jaar later kondigde werkgever per 1 januari 2018 een nieuwe vakantieregeling aan. Vervolgens vroeg werkneemster vakantie aan voor een periode in juni 2018. Vakantie over deze periode werd haar door werkgever geweigerd. In maart 2018 bericht werkgever werkneemster dat zij alsnog toestemming krijgt voor haar vakantie in juni 2018 onder de voorwaarde dat zij in het vervolg haar vakantie op basis van de nieuwe regeling aanvraagt. Werkneemster gaat hier niet mee akkoord. Daarop verzoekt werkgever ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter wijst dit verzoek toe onder toekenning van de transitievergoeding  (ad € 6.446,00 bruto) en een billijke vergoeding van € 35.000,– bruto nu werkgever ernstig verwijtbaar had gehandeld door de arbeidsovereenkomst ten onrechte eenzijdig te willen wijzigen en het hierdoor ontstane geschil vervolgens onnodig te laten escaleren.

Vindplaats: Rechtbank Midden- Nederland, ECLI:NL: RBMNE:2018:2894.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2018:2894

Bron: icemanphotos/shutterstock.com