Ja, zie artikel 7:676 lid 1 BW:
‘ Indien een proeftijd is bedongen, is ieder der partijen, zolang die tijd niet is verstreken, bevoegd de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen’.
Bij Wet van 17 december 1953 is het proeftijdartikel uitdrukkelijk op dit punt aangepast, om een destijds hierover bestaande controverse op te lossen. Dat de vraag nog steeds actueel is, blijkt uit een recente uitspraak van de Kantonrechter Amsterdam. In dit geval werd tussen partijen, die eerder een affectieve relatie hadden gehad waaruit een zoon was geboren, een intentieverklaring gesloten voor een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst werd door werkgever vervolgens kort voor de aanvang opgezegd. De kantonrechter achtte deze opzegging rechtsgeldig vanwege het proeftijdbeding. Ook was van de opzeggingsbevoegdheid volgens de kantonrechter geen misbruik gemaakt nu de reden voor opzegging was dat werkgever het salaris niet zou kunnen voldoen en werkneemster nog niet in Nederland woonde.
ECLI:NL:RBAMS:2018:7054
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2018:7054
Bron: TeamDAF/shutterstock.com