Een relatiebeding geeft een voormalig werknemer in zijn algemeenheid meer speelruimte om concurrerende activiteiten te verrichten dan een concurrentiebeding, omdat een relatiebeding de werknemer enkel verbiedt om zakelijke relaties van werkgever te benaderen en te bedienen. In de rechtspraak is dan ook uitgemaakt dat terughoudend met de vernietiging van een relatiebeding dient te worden omgegaan. Er zijn uitzonderingen die de regel bevestigen. Een mooi voorbeeld daarvan is een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 6 november 2018. Het hof matigde de looptijd van het relatiebeding van twee jaar naar ruim acht maanden na einde dienstverband vanwege een zwaarwegend belang van werknemer om in zijn levensonderhoud te voorzien. Het hof heeft daarbij overwogen dat de werknemer door het concurrentie- en relatiebeding onbillijk wordt benadeeld in verhouding tot het te beschermen belang van de ex –werkgever. Het hof had de indruk dat het de ex- werkgever er vooral om ging om voor de betreffende klanten een vergoeding van werknemer te verlangen. ECLI:NL:GDDHA:2018:3145 https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2018:3145