Ontslag via de kantonrechter

Een werkgever kan een werknemer niet zomaar ontslaan. Hiervoor zijn gegronde redenen noodzakelijk. Een ontslagaanvraag kan worden ingediend bij de kantonrechter van de bevoegde rechtbank of bij het UWV. De te volgen weg is afhankelijk van de reden voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Door inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid bestaat er per 1 juli 2015 niet meer de mogelijkheid om te kiezen voor een beëindiging van de arbeidsovereenkomst via een UWV-procedure of via de kantonrechter. Vanaf 1 juli 2015 moeten beëindigingen op basis van bedrijfseconomisch, bedrijfsorganisatorisch en langdurige arbeidsongeschiktheid worden voorgelegd aan het UWV en ontslagen die betrekking hebben op (dis)functioneren en andere in de persoon van de werknemer gelegen redenen (zoals een verstoorde arbeidsverhouding) aan de kantonrechter worden voorgelegd.

Hoe werkt dit?

Namens de werkgever dient een ontbindingsverzoek te worden ingediend bij de bevoegde rechtbank. De werknemer kan hiertegen eerst schriftelijk verweer voeren. Vervolgens vindt er een mondelinge behandeling plaats waarbij partijen hun standpunten kunnen toelichten. De kantonrechter geeft partijen in de regel de mogelijkheid om tijdens de mondelinge behandeling alsnog tot overeenstemming te komen.  Als partijen er samen niet uitkomen, zal de rechter een uitspraak doen of de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden en zo ja bepalen of de transitievergoeding en eventueel een vergoeding naar billijkheid is verschuldigd. Bij een ontbindingsprocedure via de kantonrechter moet de behandeling van het verzoekschrift binnen vier weken starten.

Transitievergoeding

Op grond van de Wet werk en zekerheid is er een transitievergoeding verschuldigd indien de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkgever wordt beëindigd via de kantonrechter. De transitievergoeding is enkel verschuldigd indien de arbeidsovereenkomst minimaal 24 maanden heeft geduurd.

De hoogte van de transitievergoeding wordt wettelijk vastgelegd. Over de eerste tien dienstjaren is 1/3 maandsalaris per jaar verschuldigd en daarna ½ maandsalaris per gewerkt jaar. Dit tot een maximum van € 75.000,00 of twaalf maandsalarissen wanneer het jaarsalaris hoger is dan € 75.000,–. Het maximum wordt jaarlijks geïndexeerd.

Tot slot kan er naast de transitievergoeding een aanvullende vergoeding naar billijkheid worden opgelegd wanneer er sprake is van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever, ook bij een contract dat korter dan 24 maanden heeft geduurd.

Mogelijkheid hoger beroep

Partijen kunnen in het nieuwe ontslagrecht in hoger beroep en cassatie tegen de beschikking van de kantonrechter. Het hoger beroep heeft geen schorsende werking van de eerdere beslissing van de kantonrechter. Indien uiteindelijk in hoger beroep wordt geoordeeld dat het ontbindingsverzoek door de kantonrechter ten onrechte is toegewezen, kan de rechter op verzoek van de werknemer de arbeidsovereenkomst herstellen of een vergoeding ten laste van de werkgever opleggen.

De advocaten van Kötter Advocatuur staan zowel werknemers als werkgevers bij in ontbindingsprocedures. In ontbindingsprocedures zullen wij er alles aan doen om het optimale resultaat te bereiken.

Advies nodig?

Kötter Advocatuur helpt u verder

Heeft u vragen op het gebied van arbeidsrecht, ambtenarenrecht of ondernemingsrecht, neem dan gerust contact met ons op of maak gebruik van de button.