Ontslaggronden in het ambtenarenrecht

De meeste ambtelijke rechtspositieregelingen kennen een gesloten systeem van ontslaggronden. Als een werkgever een ambtenaar wilt ontslaan, dan moet hij één van de ontslaggronden uit de rechtspositieregelingen als reden aanvoeren. De belangrijkste rechtspositieregelingen voor de ambtenaar staan in de CAR/UWO en het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

Voor de werkgever is het van belang dat hij zich bij ontslag houdt aan de gronden zoals genoemd in de regelingen. Anders loopt hij het risico dat het genomen ontslagbesluit bij de ambtenarenrechter aangetast gaat worden, in die zin dat het ontslagbesluit – mits de ambtenaar tijdig tegen het besluit in bezwaar en beroep is opgekomen – zal worden vernietigd. Een ambtenarenrechter zal toetsen of de ontslaggrond van toepassing is en zo ja, of de werkgever daarmee van zijn ontslagbevoegdheid gebruik heeft kunnen maken.

Ontslaggronden die veel voorkomen zijn ontslag bij reorganisatie, functioneel ontslag (een ambtenaar wordt ontslagen op grond van zijn ongeschiktheid), ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, (voorwaardelijk) disciplinair ontslag en ontslag wegens andere gronden. Die laatste grond mag niet zomaar door de werkgever worden gebruikt. In de rechtspraak is bepaald dat toepassing van deze grond alleen is toegelaten als sprake is van ernstige en duurzaam verstoorde verhoudingen of een impasse. Een impasse houdt in dat de werkgever de ambtenaar niet binnen een redelijke termijn kan plaatsen in enige functie in de ambtelijke organisatie, bijvoorbeeld omdat de ambtenaar blijvend situatief ongeschikt moet worden geacht.

Op de volgende pagina’s zal nader worden ingegaan op de ontslaggronden.

Advies nodig?

Kötter Advocatuur helpt u verder

Heeft u vragen op het gebied van arbeidsrecht, ambtenarenrecht of ondernemingsrecht, neem dan gerust contact met ons op of maak gebruik van de button.